Geschiedenis

’s-Gravendeelse Kleindierensport Club bestaat in 2023 al 100 jaar!

De “s-Gravendeelse Konijnenfokkers Club is ontstaan door een afscheiding van de ’s-Gravendeelse Pluimvee en Konijnenfokkers Club. Na enkele jaren van ruzie en onenigheid tussen de konijnen – en kippenfokkers van deze vereniging ging het in 1923 toen echt zo niet langer meer en ontstonden er twee verenigingen. De pluimveefokkers onder leiding van Jan van Dommelen en de konijnenafdeling onder de hoede van A. Van Maanen.

De pluimveevereniging heeft het niet overleefd. De tentoonstellingsruimte was de toenmalige bewaarschool in de Rijkestraat, dat was met twee lokaaltjes achter elkaar wel aardig ruim maar veel te donker. Het waren wel moeilijke jaren, maar we konden de eerste jaren nog wel een tentoonstelling organiseren omdat de kern van konijnenfokkers zeer sterk was. Wij noemen hierbij; Jaap Roos, A. Berkman, Verkerk en nog enkele knokkers. Zo zijn we doorgegaan tot 1940 met vallen en opstaan. De oorlogsjaren waren wel moeilijk omdat er toen al snel gebrek kwam aan krachtvoer in de vorm van haver en erwten, zodat wij de dieren niet in topconditie konden krijgen en in het begin tentoonstellingen verboden waren, maar later werd dat toch weer beter. Alleen het ledental groeide schrikbarend in een paar jaar tijd waren er 130 leden. Omdat er toen zowat geen vlees meer te koop was ging eenieder die daarvoor in de gelegenheid was konijnen fokken met de bedoeling toch nog een stukje vlees te hebben. Dat lukte dan meestal maar het was wel oppassen dat de dieren niet door de Duitsers gestolen werden. Na de oorlogsjaren liep het ledental net zo hard terug als het in de jaren daarvoor gegroeid was. Toen was er van alles te koop dus ging er een aantal leden zoals dominee’s, dierenartsen, notarissen enz. de vereniging verlaten en bleef de echte kern van rasfokkers over. Het ledental dat uiteindelijk overbleef draaide zo ongeveer om de 10. Daar konden wij geen tentoonstelling meer mee houden, dus was keurmeester van Maanen samen met B. Kwakernaat bereid gevonden om de dieren bij de fokkers thuis te keuren. Zo was er toch nog wat te beleven en wisten de fokkers wat zij in bezit hadden en konden zij hun dieren inzenden bij de zustervereniging in Dordrecht de D.K.C. en de V.P.K.D., beide verenigingen bestaan helaas niet meer. Hiervoor in de plaats is sinds 1948 een vereniging in Dubbeldam gekomen voor pluimvee en konijnen.

Een volgend dieptepunt in het bestaan van de vereniging was de watersnood Algemeen bekend is dat er toen niet enkel mensen zijn verdronken maar dat er ook veel dieren verloren zijn gegaan. Onze vereniging is door een vereniging uit Drenthe geadopteerd, namelijk Gieten en Omstreken. Tot tweemaal toe hebben zij een zending konijnen naar ons toegestuurd, welke door onze voorzitter en keurmeester zijn verdeeld. Wij zijn de gulle gevers uit Drenthe nog steeds dankbaar. We konden gelijk met vers bloed en goed resultaten onze hobby voortzetten.

Met vallen en opstaan zijn we doorgesukkeld tot aan 1964-1965. Toen kwam er een voorstel van een paar leden om weer een tentoonstelling te organiseren en daarvoor konden we de garage van Taxibedrijf en rijwielhandel de Zeeuw uit de Rijkestraat in ’s-Gravendeel gebruyiken. De leden die met dit voorstel kwamen waren A. Roos en L. Versendaal. In de zomer stelde de fa. De Zeeuw hun garage beschikbaar voor de jongdierendag en in november nog eens drie dagen voor de wintertentoonstelling en dat helemaal gratis voor niets. Dus ruimte, stroom en nog koffie op de koop toe, dat is wel een reden om de fa. De Zeeuw dankbaar te zijn. Hiermee was dus een einde gekomen aan het reizen van de ene boerenschuur naar de andere voor een jongdierendag en naar andere plaatsen zoals in de oorlog voor een tentoonstelling in Strijen. Tot slot wil ik nog vermelden dat de bekers die we in en kort na de oorlog konden verdienen gemaakt waren van hout met een blank randje eromheen. Nikkel en andere metalen moesten worden ingeleverd.

Bovenstaand stuk is geschreven door B. Kwakernaat, oud voorzitter van G.K.C

Tijdens een ledenvergadering in 1989 is besloten na veel discussie om ook hoenderfokkers binnen de vereniging op te nemen. Deze zaten de eerste tentoonstelling op grof metselzand dat werd bespoten met Halamid. Via gebouw Concordia in ’s-Gravendeel vanaf 1979  en een aantal jaren het dorpshuis in Strijen houden we nu al een aantal jaren onze clubshow in de kassen van Fam. Preesman aan de keizersdijk in Strijen.